Waarom zijn er zoveel problemen met medicijnen ?
Het preferentiebeleid voor medicijnen van overheid en zorgverzekeraars is een van de oorzaken van het toenemend aantal meldingen van medicijntekorten. Farmabedrijven laken het prijsbeleid voor medicijnen in Nederland en mijden in sommige gevallen de Nederlandse markt. In 2008 is het preferentiebeleid voor geneesmiddelen ingevoerd. Of een geneesmiddel in het basispakket wordt opgenomen, beslist de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), nadat het geneesmiddel voor opname in het basispakket is beoordeeld door het Zorginstituut Nederland, dat zich daarbij laat adviseren door de Wetenschappelijke Adviesraad (WAR). Elke zorgverzekeraar bepaalt voor haar clientèle welke in het basispakket opgenomen medicijnen worden vergoed. De lijst van vergoede medicijnen verandert minstens elk jaar, maar die lijst kan tot maandelijks bijgesteld worden. Sinds de invoering van dit preferentiebeleid zijn de medicijnkosten aanzienlijk gedaald, een besparing van ongeveer 850 miljoen euro per jaar, ongeveer 50 euro per verzekerde.
Besparingen en veel ellende
Dit beleid brengt met zich mee dat vorm, verpakking en leverancier van een medicijn zeer geregeld veranderen. De werkzame stof blijft weliswaar dezelfde, maar de pil ziet er anders uit, bevat andere hulpmaterialen en zit in een ander doosje. Bij veel patiënten leidt dit tot onzekerheid en niet zelden ook tot klachten. Verder komen vaak leveringsproblemen voor omdat het frequente wisselen van voorkeurmedicijn leidt tot voorraadproblemen en verminderde interesse van farmaceuten om aan Nederland te leveren. Klachten van patiënten hierover worden vooral gedeponeerd bij de apotheker en diens personeel, die daarbij vaak veel agressie ervaren.
De zorgverzekeraars wassen hun handen in onschuld: de oorzaak zou buiten Nederland liggen.
Het is duidelijk: het preferentiebeleid heeft niet alleen geleid tot aanzienlijke besparingen in de geneesmiddelenkosten, maar ook tot veel ellende.