Waarom is het altijd zo druk in de praktijk?

Wachten in huisartsenpraktijk van LoenenHet komt steeds vaker voor dat men dagen moet wachten op een afspraak voor het spreekuur. En ook bij telefonisch contact met de praktijk, sta je langer tijd in de wacht.

Waarom is dat zo?
We hebben er jaren lang alles aan gedaan om het te voorkomen. Bovenop de normale bezetting aan doktersassistentes hebben we al jaren extra mankracht (of, zoals het in onze praktijk 100% gebruikelijk is, ‘vrouwkracht’) ingezet. Niet alleen extra doktersassistentes, maar ook praktijkondersteuners die taken van de huisartsen over hebben genomen. Er werkt een praktijkmanager in de praktijk, iets wat vroeger door de huisarts zelf “erbij gedaan werd”. Er zijn twee nieuwe huisartsen aangenomen, er is een huisarts in opleiding gekomen.  Allemaal investeringen die we graag doen om het niveau van de zorg op peil te houden en zelf niet burn-out te raken.

Waarom zijn er nu dan toch nog steeds problemen?

Dat heeft een aantal oorzaken.

  • Patienten bezoeken sneller de huisarts vanwege kleine klachten dan vroeger. ‘Googelen’ heeft daar een belangrijk aandeel in.
  • Veel mensen mogen en kunnen niet ziek zijn vanwege hun werk, dus ziekte moet snel over zijn en patiënten hopen dat de huisarts daar snel een oplossing voor heeft.
  • We zien meer psychische problemen, dat meer tijd kost.
  • We hebben meer tijd nodig per patiënt omdat mensen gemiddeld steeds ouder worden met de bijbehorende gezondheidsproblemen.
  • Patiënten komen sneller terug van de specialist naar de huisarts.
  • Hulpbehoevenden die vroeger naar een verpleeghuis gingen, blijven vaak langer thuis of gaan in kleinschalige wooneenheden wonen, waar de zorg toch door de huisarts gegeven blijft worden.

Al met al komen we met tien minuten per consult vaak niet meer uit. Dat betekent dat we minder patiënten per dag kunnen zien. Dat betekent ook dat het aan de telefoon steeds drukker wordt wat u merkt aan de wachttijd.

Wat zouden wij nog kunnen doen?
Onze praktijk zouden we kleiner kunnen laten worden. De Landelijke Huisartsenvereniging pleit al jaren voor kleinere praktijken, zodat er meer tijd per patiënt is. Maar daarvoor zijn extra huisartsen nodig en extra geld. De praktijk heeft ondanks een eventueel noodzakelijke praktijkverkleining niet minder personeel of minder kosten. Bij het verkleinen van de praktijken zakken de inkomsten en voortdurend investeren in techniek en personeel doen de onkosten stijgen. U begrijpt dat op een gegeven moment de grens van wat we kunnen doen bereikt is.

Waarom is dit zo?
Meerdere partijen in het land (de politiek, de zorgverzekeraars, de patiëntenverenigingen en de beroepsverenigingen van de huisartsen) zijn inmiddels overtuigd van het feit dat, naast een aantal andere zaken, fors moet worden ingezet op ‘meer tijd per patiënt’. Meer tijd per patiënt houdt simpelweg in: ‘minder patiënten per huisarts’. De huisartsen zelf weten al lang wat er in de huisartsenzorg moet gebeuren en trekken hierbij al jaren bij de beleidsmakers aan de bel. Maar Nederland zou Nederland niet zijn als de kreten vanaf de werkvloer niet een fors aantal jaren genegeerd zouden worden alvorens daar door beleidsmakers schoorvoetend over wordt nagedacht. De ervaring leert ook dat daarop genomen maatregelen meestal verkeerd uitpakken omdat beleidsmakers uitgaan van eigen ideeën of beslissingen nemen onder druk van de publieke opinie. De geluiden vanaf de werkvloer lijken hierbij telkens weer op de achtergrond te raken. Talloze door de jaren heen genomen maatregelen monden uiteindelijk uit in de situatie waarin we nu verkeren.

Ook nu lijkt er weer een hoopvolle maatregel te zijn genomen door de beleidsmakers. Want voor de komende 4 jaar is er voor de huisartsenzorg een flinke som geld vrij gemaakt. Maar liefst 471 miljoen euro per jaar. De harten van de huisartsen gingen dan ook wat sneller kloppen en werden vervuld van nieuwe hoop op betere tijden. Want als dit bedrag daadwerkelijk de werkvloer zou bereiken in het kader van de zo noodzakelijke praktijkverkleining, zou een grote last van hun schouders vallen.

Waarom gaat dit niet werken?
Het volgende is het geval. De vrijkomende gelden zijn uit onderhandeld in een zogenaamd ‘hoofdlijnenakkoord’ tussen de eerder genoemde partijen. En de partijen in dit speelveld hebben sinds jaar en dag elk een ander belang voor ogen. Ondanks alle welgemeende bedoelingen van beleidsmakers staat er maar een doel voorop. Bezuinigen. Geen enkele maatregel, ook al gaat het om een toewijzing van geld, wordt ingevoerd zonder dat er op de achtergrond “ergens anders” wordt bezuinigd. En ook al is er een som geld toegewezen. Het wordt onmiddellijk gevolgd door een politiek spel, welk vertragend of zelfs uitstellend zal werken als het gaat om het uiteindelijk op de juiste plaats inzetten. Ook nu is het circus weer begonnen. De zorgverzekeraars hebben in het hoofdlijnenakkoord namelijk bedongen hier alleen mee akkoord te gaan indien de vrij gemaakte gelden op regionaal niveau (in ons geval dus Zaanstreek-Waterland) worden uit onderhandeld met de zorgverleners (de huisartsen of de door hen gevormde coöperaties). De politiek, bij monde van het ministerie van VWS, is blijkbaar akkoord gegaan met deze eis van de verzekeraars. Dit werkt sterk de indruk dat de politiek hier achterover leunt, eigenlijk geen verantwoordelijkheid neemt en genoegzaam er van uitgaat dat de andere partijen er op regionaal niveau wel uitkomen. Het verleden leert dat dan de geoormerkte gelden nooit op de juiste plek aankomen.

Historisch gezien is dit namelijk een ‘vervolgrecept’ voor falend beleid. Het uitonderhandelen van de toegewezen gelden op regionaal niveau tussen de lokaal grootste verzekeraar (in dit geval Zilveren Kruis) en de zorgverleners (de huisartsen) werkt per definitie vertragend. Er volgen weer talloze overlegsituaties, waarbij allerlei voorwaarden worden gesteld om gelden de werkvloer te laten bereiken. Uitmondend in aan de huisartsen opgelegde acties. Immers: “voor wat, hoort wat”. Voor zowel langdurige en veelvuldige vergaderingen, als weer op bepaalde voorwaarden te nemen acties, hebben huisartsen juist geen tijd meer over. De motivatie om daar energie in te steken is in de loop der jaren aardig gekelderd. En onder voorwaarden nog harder hollen dan nu gaat niet meer. Beleidsmakers lijken dit aanhoudend niet te beseffen.

Wat had er dan wel moeten gebeuren?
VWS had, bij het inzetten op de zo noodzakelijke praktijkverkleining, bij wetgeving zaken van bovenaf moeten regelen, waar zowel de verzekeraars als de huisartsen zich aan hebben te houden. Dat dit niet is gebeurd zegt iets over de machtsverhouding van de verschillende partijen waarbij fors doorschemert dat de macht verschoven (of wellicht toegeschoven) is naar de verzekeraars.

Behalve praktijkverkleining, zijn er nog een aantal zaken die geregeld moeten worden om nog voldoende kwalitatieve zorg te leveren. De huisarts heeft er als maar taken bij gekregen en het is noodzakelijk de kerntaken goed af te bakenen en bepaalde taken weer bij de huisartsen weg te halen. 

Waarom gaat dit niet werken?
Huisartsen kunnen onderling allerlei afspraken maken omtrent taakafbakening. Indien hierop van overheidswege geen wetgeving volgt, hoeft geen enkele andere partij zich hier aan te conformeren en zullen zorginstellingen juist taken “over de schutting blijven gooien”. Van taakverlichting zal er uiteindelijk geen sprake zijn. Het alsmaar bij herhaling zaken blijven benoemen is tijdrovend en er komt voorlopig niets van de grond.

Er zou ook fors moeten worden ingezet om de voorwaarden voor de overname van praktijken of nieuw op te zette praktijken aantrekkelijker te maken. Praktijkvoering dient ‘behapbaar’ te worden. Dus moet men fors inzetten op het creëren van nieuwe praktijken op reële invoelbare beperkte voorwaarden, beperkt in grootte, met beperkte taken, met voldoende financiering aan de basis, zonder allerlei voorwaardelijke modules. De realiteit is echter dat juist steeds meer voorwaardelijke modules aan de huisartsen gepresenteerd worden, die niets te maken hebben met het probleem aan de basis.

Net zo goed als aan nieuwkomers aantrekkelijke voorwaarden gepresenteerd moeten worden voor praktijkvoering in het algemeen, zal aan ouder huisartsen (55+) ook aantrekkelijke voorwaarden gepresenteerd moeten worden om nog langer “in het zadel te blijven zitten”. Anders dreigt er een vervroegde exodus van ervaren professionals met als gevolg het verloren gaan van talloze man/vrouw-jaren van inzetbaarheid. Het is niet moeilijk te voorspellen wat de optelsom zal zijn van te weinig nieuwkomers en teveel vervroegde uittreders. Het huisartsentekort (de groep echte praktijkhouders) zal fors oplopen. Mensen gaan er nu nog te vanzelfsprekend van uit dat ze nog een dokter hebben. Indien het tij niet gekeerd wordt, zal men steeds meer merken dat huisartsenzorg niet meer vanzelfsprekend is. Dat schemert nu al fors door op verschillende plekken in het land. En weer komt men met ideeën die het tij niet zullen keren.

Waarom zal het voorlopig niet beter worden?
Wetgeving is noodzakelijk. In dit geval om ruimte te krijgen voor nieuwe kleinere praktijken. Hierin is echter geen enkele tendens te bespeuren. Zorgverzekeraars zullen hierbij niet zo maar in beweging komen. Zij gaan wederom bepalen onder welke voorwaarden vrijgemaakte gelden naar de werkvloer zullen vloeien. Door de regionaal opgelegde onderhandelingen is de kans op een juiste inzet van deze gelden geminimaliseerd. Ook hier dreigt weer het stellen van allerlei oneigenlijke voorwaarden, waarbij de oplossing weer wordt gezocht in de verkeerde hoek. Geld krijg je alleen maar als je als zittende huisarts meer doet. En niet om het uiteindelijk onder meer huisartsen te verdelen. En hoe meer je doet, hoe meer je nog meer moet. Huisartsen moeten niet weer harder gaan hollen voor meer geld. Er moeten juist meer huisartsen minder hard gaan hollen. Het spel tussen de verschillende partijen is echter al jaren hetzelfde. En ook nu verandert er niets.
De politiek laat het hier duidelijk afweten, neemt hier geen verantwoordelijkheid en heeft blijkbaar de indruk dat er goed en genoeg werk geleverd is door het vrijmaken van een grote som geld. Geld wat ergens halverwege de procedure ver van de werkvloer voor een overgroot deel ergens zal blijven liggen. Het eerste kwartaal van 2019 zit er bijna op en de stilte is oorverdovend. Huisartsen zijn geen keiharde onderhandelaars die met het mes op tafel geld moeten los weken bij een voortdurende afromende “bezuinigende” commerciële partij. Historisch gezien heeft dit tot nu toe nog nooit geleid tot een adequate oplossing van de problemen op de werkvloer. Het heeft eerder bijgedragen aan het creëren van de huidige situatie.

Wat kunt u zelf doen om ons te helpen?
• Bestel uw medicijnen via het portaal op onze website.
• Download de app ‘Moet ik naar de dokter’ en raadpleeg deze voordat u belt. Kijk bijvoorbeeld ook op de internetsite thuisarts.nl. De site waar u wèl met de dokter over van gedachten kan wisselen. Vaak heeft u geen afspraak nodig en kunt u zelf met de juiste informatie vooruit.
• Sta eens stil bij het ouder worden en de eindigheid van het leven en de onvermijdelijke kwalen die dit met zich mee brengt. Soms is er wat aan te doen. Maar vaker is er geen oplossing voor.
• Accepteer de kleine ongemakken waar meestal geen oplossing voor te vinden is. “Het glas is niet half leeg. Het is nog half vol”.
• Accepteer ook dat aandoeningen die vanzelf overgaan, tijd nodig hebben om te genezen. Soms vaak weken! Niet elke verkoudheid word een longontsteking.
• Probeer de huisartsenpraktijk geen platform te laten blijven voor huis- tuin- en keukenklachten, waar men vroeger zelf gemakkelijk een oplossing voor vond. Of waarbij men vroeger gemakkelijker accepteerde dat er niets aan te doen was.
• Probeer niet het slachtoffer te worden van de ‘je-weet-maar-nooit-cultuur’ waarbij elke ongemak onderzocht en ontzenuwd moet worden. Veel ongemakken zijn in het bloed niet aan te tonen. Talloze bloedonderzoeken, gebaseerd op angst en onrust, laten telkens normale uitslagen zien.
• Laat je niet leiden door de angstcultuur die over ons wordt uitgegoten, geloof in jezelf en ga uit van je eigen kracht. Ben je ongerust? Maak gerust een afspraak. Maar laat je niet gek maken door de huidige maatschappij.
• Laat je niet leiden door allerlei instanties en zogenaamde hulpverleners die menen te weten wat goed voor je is en schijnzekerheid geven omtrent ziekte en gezondheid. Zekerheid is over vele zaken nooit 100% te geven. Ook niet door de huisarts. Het leven is nu eenmaal een kwestie van ‘betreden op eigen risico’.
• Vermijdt de talloze niet te controleren bronnen op het internet, waar de dokter ook al lang geen zicht meer op heeft en geen mening over kan geven.
• Mix geen reguliere huisartsenzorg met alternatieve geneeskunde. Doe het een of het ander. Maar vraag geen mening of uitleg over zaken, die niet des huisarts zijn. Huisartsgeneeskunde op zichzelf is al complex genoeg.

U mag gerust klagen, gebruikt u hiervoor het klachtenformulier op de website. Maar alleen maar klagen op de werkvloer tegen de professionals zal amper effect hebben. Zij hebben juist het belang van u als patiënt voor ogen. Klaag daarom niet alleen bij de praktijk en de apotheek, waar hard gewerkt wordt om de zorg nog te kunnen leveren.
Klaag daarom ook bij de zorgverzekeraar, bij de patiëntenverenigingen en vooral bij de politiek. Ook uw stem is belangrijk om tot een oplossing te komen.

Tenslotte, uit het bovenstaande zult u wellicht concluderen dat het de komende tijd er niet beter op zal worden. Ondanks het verbazingwekkende feit dat de rek er compleet uit is, willen wij zorg blijven leveren. Wij hebben elke dag voldoende spoedplaatsen om u in geval van nood snel te kunnen helpen. Voor het overige vragen wij u geduldig te zijn. Dat is gemakkelijk gezegd, maar laten we vooral elkaar niet afvallen in een maatschappij waar beleidsmakers op afstand de lachende derden lijken te zijn. U zult uit het bovenstaande ook begrijpen, dat er sinds jaar en dag ook een forse aanslag op het geduld van de huisarts plaats vindt. Laten we vooral samen met elkaar optrekken en ons hierin niet laten verdelen. Bij alles wat we trachten te doen, staat uw gezondheid voorop. In onze praktijk is dat, ondanks alle tegenwerkende krachten, al ruim 12,5  jaar waar we voor staan.